De toneelspeler wordt sterk bepaald door de stijl van toneelschrijfkunst. Als je open staat voor de intenties van de schrijver, wijst dat je de weg naar een stijlperiode in je leven. Ik ben bijvoorbeeld sterk beïnvloed door het expressionisme. En nu zie ik het zo, dat Arthur Miller in 'De vuurproef' Amerikaans-hard heeft verwerkt, wat het Duitse expressionisme als erfenis heeft achterlaten (Het Parool, 29 dec. 1956).

 

Miller baseerde The crucible op de heksenprocessen in de Amerikaanse plaats Salem (1692-1693), waar "een negervrouw ten huize van zekere dominee ... geesten bezwoer, waarnaar het negenjarig dochtertje des huizes met haar vriendinnetjes stiekem ging kijken. De spanningen werden het kind te machtig met het gevolg dat zij epileptische toevallen kreeg, een ziekte, welke aanstekelijk scheen te werken want meer kleine meisjes vielen eraan ten prooi. Aangezien ... men rotsvast aan het bestaan van de duivel geloofde werd spoedig gedacht, dat Satan hier in het spel was. ... een erkend [duiveluitdrijver] werd geroepen om de meisjes uit de klauwen van de Boze te bevrijden. ... Deze sneeuwbal groeide aan tot een lawine van verdachtmakerijen doordat deze felle Puriteinen ... in een hysterische bekenteniswoede vervielen. Alle verzwegen ruzies, verkropte haat, naijver, gewonde trots braken in deze sfeer naar buiten met het gevolg dat vele tientallen namen genoemd werden van onschuldige mensen, die, als ze niet bekenden, prompt gehangen werden" (Jeanne van Schaik-Willing, De Groene Amsterdammer 28 nov. 1953).

 

bovenstrijd_t162

Decorontwerp voor De vuurproef, collectie TIN, foto SvD

 

De vuurproef gaat dieper dan de heksenvervolgingen in Salem en die op de communisten o.l.v. McCarthy, ten tijde waarvan Miller het stuk schreef (1952): "Al blijft de probleemstelling beperkt tot een klein milieu, zich toespitsend in de figuren van John en Elisabeth Proctor, het krijgt veel wijder adem, zodat de lotgevallen van deze zeventiende eeuwers, ons twintigste eeuwers direct aangaan. Het lijkt wel of Albert van Dalsum dit ver reikende heeft willen uitdrukken in zijn meesterlijk decor. Een sober bouwsel van spanten bindt de vier taferelen samen en verleent tegelijkertijd expansie aan het gebeuren binnen die naar de wereld openliggende ruimten" (Ben Stroman, Algemeen Handelsblad 1953).

 

bovenstrijd_t163

Decorontwerp voor De vuurproef, collectie TIN, foto SvD

 

"Zoals in het decor evenwicht is verkregen tussen beslotenheid en openheid, zo is het Van Dalsum gelukt met zijn regie evenzeer evenwicht te brengen in de naar binnen gerichte en in uiterlijke excessen uitbarstende emoties der onderscheidene figuren. Zo ontstaat een zeer geschakeerd, in zijn hevige spanningen weloverwogen beeld, saâmgevoegd uit fanatisme, hysterie, geloofskracht, overtuiging en door de rede bestuurde zuiverheid" (ibid.).

 

bovenstrijd_t164

v.l.n.r. Paul Huf, Han Bentz van den Berg als dominee Proctor, Ton Lutz (dominee Hale, de duiveluitdrijver), Jacqueline Royaards-Sandberg (Rebecca Nurse), Henk Rigters (dominee Parris), Onno Molenkamp, Van Dalsum (gouverneur Danforth) en Ank van der Moer als de vrouw van Proctor. Foto Lemaire, bron TIN

 

De oude rotten van het ATG, zoals Paul Huf en Jacqueline Royaards-Sandberg, die gewend zijn met Van Dalsum te werken, hebben geen moeite zijn aanwijzingen te begrijpen, maar de acteurs van de Nederlandse Comedie wel: "Hij las het stuk voor aan de acteurs en actrices en het hele stuk ontvouwde zich, zoals Van Dalsum het zag, voor de ogen van het betrekkelijk jonge gezelschap. Nadien is het niet meer zo duidelijk geweest, vertelde me Han Bentz van den Berg, een van de hoofdrolspelers. Van Dalsum had de vorm gezien, beeldde die in zijn eentje indrukwekkend uit, maar bleek niet in staat de spelers uit te leggen hóe zij het hun voorgetoverde visioen moesten realiseren" (Plekker 1983). Hij speelt zelf  "De rol van Danforth, de fanatieke afgevaardigde van de gouverneur, op een dermate naar binnen gerichte wijze, dat deze figuur allereerst haar integriteit manifesteerde. En daarmee Millers bedoeling, dat fanatisme in ons bestel een noodzakelijkheid is" (ibid.).

 

Geluidsopname (3:41 min) met Van Dalsum als Danforthk Toneelspelen (audio)

 

bovenstrijd_t165

Decorontwerp voor De vuurproef, collectie TIN, foto SvD

 

Het succes is enorm. Han Benz van den Berg, Ank van de Moer en Ton Lutz blinken uit. "Reeds tijdens de pauze, zaterdagavond in de Amsterdamse Stadsschouwburg, gonsde het in wandelgangen en foyers, ten bewijze dat het nog mogelijk is, dat een toneelvoorstelling een gebeurtenis wordt, welke pas waarlijk betekenis heeft als de toeschouwers actief deelnemen aan en betrokken zijn bij hetgeen zich op het toneel openbaart. In de zaal heeft de gehele avond die spanning geheerst, welke bewijst, dat het vertonen van een stuk een confrontatie kan zijn. Die spanning heeft zich na de voorstelling ontladen in een geestdrift als men niet meer mogelijk achtte na een toneelvoorstelling. Het voetgetrappel, het applaus bravo-geroep waren niet zozeer een uiting van waardering voor artistieke en technische prestaties - al bestond ook daar alle, reden toe - dan wel een gretig aangegrepen gelegenheid de spelers te tonen, dat men had meegedaan. De drie-eenheid — auteur, acteur, publiek — manifesteerde zich in de minutenlange ovatie, welke de voorstelling van Arthur Millers De Vuurproef (The Crucible) bekroonde. Er is weer eens een stuk ter discussie gesteld, omdat dit stuk zuiverheid van de individuele vrijheid klemmend als onderwerp van gedachte maakt" (ibid.).

 

  Terug