In 1960 vliegt de KLM voor het eerst met het nieuwe straalvliegtuig DC8 non-stop over de zuidelijke route naar Tokio. Voor deze vlucht en een rondreis door Japan nodigt de KLM vooraanstaande Nederlanders uit, waaronder Van Dalsum. De KLM is vertegenwoordigd door loco president-directeur Van der Beugel.
Van Dalsum met het gezelschap op de stepping stones. Collectie SvD
Schiphol is nog klein. Van Dalsum loopt over het vliegveld, waar zijn vrouw hem uitzwaait en klimt via een trap aan boord. Hij heeft vliegangst voor zijn eerste grote vlucht. Veel vertrouwen in die nieuwe DC8 hebben ze niet: Tokyo is een miljoenenstad, waar je anderhalf uur met een taxi door heen kunt rijden om van het ene eind naar het andere te komen. Een stad van ontzaglijke tegenstellingen van oude traditie en moderne techniek, die miljoenen mensen, die leven tussen een oude mooie traditie en een moderne dwang van gejaagd modern leven, nergens nog tot een oplossing gekomen, enfin, zoals overal in een grote metropool, maar het verschil valt je hier zo op, omdat het in de mensen nog zo gespleten voortgaat. Ook hier zijn de arme mensen het mooist, al zouden ze dat niet graag toegeven.
Het gezelschap met hapjes en drankjes op een ereplaats bij de Kabuki voorstelling in Tokio. Van Dalsum (links) heeft zoals altijd een sigaartje tussen zijn vingers. Collectie SvD
En vanavond dan eindelijk Kabuki toneel 3, een groot theater, stampvol, wonderlijk om te zien, om hun stijl, de geraffineerde werking van de bloemenweg, die dwars door de zaal boven de hoofden van de mensen van achter naar het toneel leidt, de perfectheid van mannen, die vrouwenrollen spelen, vooral door hun lopen en gehele houding van een vrouw, hun hoge bijna overslaande stemmen, de machtige werking van twee orkestjes waarin ook de zangers zitten, die een koor vormen op de handeling, zoals in de griekse tragedie, behalve dat ze hun aparte zittende plaatsen innemen op het toneel, opgenomen in de fantastische decors, de dansen, een spel was er bij, dat louter geesten voorstelde in gevecht met demonen, een twee keer levensgrote, werkelijk griezelige geestverschijning, groen, die scheen uit te groeien hoog boven de mensen uit, alles van een grote maar magische melodramatische werking. Gevechten, een afgeslagen hoofd dat begint te spreken, zeer reëel gespeeld, maar in een ritme, dat het weer door de tempo's van de muziek en de slaginstrumenten aan de realiteit ontrukt. Het is alles niet dood gestileerd, maar is levend gebleven, als zou het vandaag de dag nog kunnen gebeuren, wonderlijk en geweldig!
De volgende dag begint de rondreis door Japan met een treinreis naar de tempels in Kyoto.
|