Van Dalsum regisseert Liliom van de Hongaarse schrijver Molnar en speelt de titelrol. Hij wil in Liliom de hunkering naar geluk van ieder mens tonen.
Liliom is een klantenlokker op de kermis voor de draaimolen van zijn bazin. Daar ontmoet hij Julie. Ze worden verliefd. De jaloerse bazin ontslaat Liliom. Zonder inkomen gaan Liliom en Julie samenwonen. Als zij een dochter van hem krijgt, doet Liliom een poging tot roofmoord om aan geld voor zijn gezin te komen. Dit mislukt. Vlak voor zijn arrestatie pleegt hij zelfmoord. In het hiernamaals wordt hij veroordeeld tot zestien jaar. Als hij die uitgezeten heeft, mag hij nog één dag naar de aarde terug om te bewijzen dat hij een beter mens is geworden. Daar ontmoet hij vermomd als bedelaar Julie en zijn dochter. Die herkennen hem niet. Hij komt te opdringerig op hen over: hij wil zijn dochter een cadeautje geven, maar ze weigert. In één moment van woede slaat hij haar. Hij moet nu vertrekken, voorgoed veroordeeld.

 

g-s_t6D

Scène in de fototent. Julie (Sara Heyblom) vertelt Liliom dat ze moeder gaat worden.

 

Van Dalsum's decors zijn bruisend en poëtisch, zoals hij zelf ook is. Toneelrecensente Top Naeff:"Warm van toon, wekten deze fantastische flarden alles wat onze kinderherinnering bewaarde aan kleur en geur en geheimzinnigheid tussen de 'kramen', aan grootsheid ook, de plotselinge uitlaaiing van vuriger, vrijer, boven de geduldige dag verheven leven. Met dezelfde schuwe begerigheid gluurden onze ogen ook thans achter deze coulissen, tussen de tenten, de zeilen, de stutten, waar de blauwe hemel zelf zo maar leek ingelapt." Andere critici schrijven: "fantastisch en belangwekkend. Zelfs critici die niet van deze 'ultra-moderne schildersvisie' houden, erkennen de grote suggestieve kracht ervan."

 

g-s_t6E

Ontwerp achterdoek Liliom met het reuzenrad. Collectie en foto TIN. Van Dalsum
maakte bijna al zijn decorontwerpen met pastelkrijt.

 

Van Dalsum's toelichting, opgetekend door Kramer (1925):
"Volgens Molnár willen Liliom en Julie non-conformistisch, buiten de maatschappij leven. De kermis, als plaats van bandeloosheid, is daar de metafoor van. Het is dit begrip van bandeloosheid en orgie dat Van Dalsum in het eerste decorbeeld heeft willen uitdrukken. En in de mise-en-scène van het voorspel plaatste hij: Links de draaimolen van vrouw Muscat, rechts een somnambule [hypnose] tent en boven een acrobatententje in de Budapester 'Bosjes', dat een terrein voor volksvermaak is."

 

g-s_t6F

Ontwerp voor het voorspel met de kermis, dat oorspronkelijke in kleur was, met links de opgang naar de draaimolen en rechts de hypnose-tent .

 

"Bij het opgaan van het doek heerst op het toneel druk leven van soldaten, dienstmeisjes, agenten. Men hoort gejoel, gelach en geschreeuw en de rinkelende bellen van de  draaimolens. Liliom staat voor de ingang van de molen, rookt een sigaret en nodigt de dienstmeisjes uit ,,Binnen te treden”. Zij volgen hem met smachtend verliefde blikken en als Liliom zo nu en dan handtastelijk wordt, gillen ze overdreven hard en vrolijk; minnaars drukken de meisjes met kwade blikken of dreigende gebaren vast tegen zich aan. Allen luisteren naar hem, zodat het voor de overige tenten leeg en stil wordt. Dan dringt men naar binnen. Uitroepen klinken als: Er is nog een paard vrij! Wie van de dames?, enz. enz. Er is nog plaats op een olifant! Volwassenen tien cent, kinderen vijf, soldaten beneden de rang van onderofficier betalen de helft."

 

g-s_t6G

Decorontwerp voor de hypnose-tent. Collectie en foto TIN.

 

"Langzamerhand wordt het donker, lampen worden aangestoken, men hoort de schrille fluit van een ver verwijderde trein. Vaag hoort men hier nog het lawaai van de kermis. Zonsondergang. Het decor van Albert van Dalsum geeft de sfeer aan, waarin de liefde van Liliom en Julie geboren wordt. In de bosjes is nog even aan den ingang een herinnering aan het gordijn van de kermistent; de witte bank in het midden vormt het punt, van waaruit hun leven beginnen gaat. Het park met zijn lentesfeer, zijn bloeiende acaciabomen drukt het wezen van Julie uit, het getingeltangel in de verte herinnert nog aan de helse sfeer, waarvan Julie Liliom bevrijden wil. Gedurende het nu volgende gesprek flikkeren langzaam in de verte kleine lichtjes op. Het zijn de lantaarns, die aangestoken worden. Liliom en Julie nemen op de bank plaats. In de verte klinken heel zachtjes, nauwelijks hoorbaar, de tonen van een elektrische piano en mensenstemmen en van een kindertrompetje (Julie’s onderbewust verlangen naar een kind! F. K.), het gebel van de draaimolens, enz. enz. Er is geen maanlicht, alleen de lentehemel straalt in doorzichtig blauw."

 

g-s_t6H

De Budapester Bosjes met het bankje; oorspronkelijke ontwerp in kleur.

 

Er is een kloof tussen Julie's en Liliom's aard. Het misdadige is Julie vreemd. De boef Fiscur, die hem tot roofmoord aanzet en de sfeer van de spoorbaan staan voor het slechte in Liliom. "De gegevens voor dit spoordijk-decor neemt van Dalsum uit het gesprek tussen Liliom en Ficsur, voordat de aanslag op Linzmann gepleegd wordt. Liliom zegt: 'Ik kijk de trein altijd na. Als ik ‘s avonds wel eens daar beneden sta, dan suist-ie voorbij en spuwt naar beneden en ik blijf hier achter..., vlak in mijn gezicht gespuwd'. Hij identificeert het leven dus met de spoortrein. Het leven, dat hem ook altijd onbegrepen is voorbij gegaan en hem in z'n gezicht gespogen heeft. Hij blijft met zijn minderwaardigheidsgevoel ter zijde staan, ondanks dat er iets in hem is, waardoor hij aanvoelt, dat dit leven eindeloos en groot is. In de spoorrails, die in de verte ineenvloeien, vindt hij iets van die oneindigheid terug."

 

g-s_t6I

Decorontwerp vierde tafereel Liliom met de spoorbaan; oorspronkelijk in kleur..

 

"Het armelijke huisje drukt het zware, harde, reële leven uit, dat Julie na Liliom’s dood als arbeidster in de jutefabriek heeft gehad. ‘t Hekje is het symbool van de afscheiding tussen het werkelijke leven van Julie en het kind, waarin Liliom niet terug kan komen en Julie’s onafgebroken fantasieën. Links de karrepoort [waar Liliom tussen de twee detectives van de heuvelen uitkomt]. Het decor is geheel in blanke en roze kleur gehouden, Liliom’s verbeelding van Julie’s omgeving."

 

g-s_t6J

Decorontwerp zevende tafereel met het huis van Julie. Collectie en foto TIN.
Vorm en kleur lijken geïnspireerd te zijn op het Zuid-Limburgse landschap.

 

De decors zijn duur en de voorstelling gaat slechts tien keer. Verkade: " Een niet onbelangrijk deel van de subsidie werd gebruikt voor Liliom’s monteringskosten [decors] en ondanks het bereikte picturale effect kwam dit werk, ten gevolge van de door Van Dalsum geëiste bezetting, onvoldoende tot zijn recht [Verkade bedoelt Sara Heyblom, die de rol van Julie niet aankon. Als Van Dalsum gevraagd werd wat hij toch in die actrice (zijn levensgezellin) zag, antwoordde hij: Dat wat jij niet ziet]. Iedere zakenman krijgt natuurlijk tegenover een kunstenaar ongelijk, wanneer het een artistiek inzicht betreft. Maar dit sluit ook in, dat iemand die zelf kunstenaar is, geen plein pouvoir behoeft te geven aan een regisseur, die, zij het ook uit artistieke overwegingen, met geen enkel financieel of ander probleem rekening meende te behoeven houden. ... Ik was te meegaand om eenvoudig ‘neen’ te zeggen."

 

Mevrouw Verkade - Cartier van Dissel: "Van Dalsum wenste financieel onbegrensd te regisseren. Verkade had hier alle begrip voor, maar geen geld... Verkade schrok nooit terug voor vernieuwingen, maar wel voor faillissementen. In theorie zag Van Dalsum deze moeilijkheden duidelijk in... Maar zodra Van Dalsum aan de slag ging, verloor hij iedere realiteit uit het oog en schoot in zijn enthousiasme recht op een financiële debacle af. Verkade had hier zoveel begrip voor, dat hij als kunstenaar de kracht miste om een regisseur te remmen, die aan iets moois bezig was. Zelf bezat hij ook de neiging bij grote monteringen boven zijn budget uit te gaan. Maar Van Dalsum wilde niet eens weten, wat een budget was!".

  Terug