Electra onder auspiciën van de Wagnervereniging is het hoogtepunt van het Nederlands toneelseizoen 1934-1935 en een triomf voor Defresne (regie) en Charlotte Köhler (Elektra). Het decor is van Van Dalsum, die ook Aigisthos speelt, en de kostuums zijn van Marie Sternheim. De vertaling van Boutens en de muziek van Diepenbrock (o.l.v. Willem Mengelberg) werden eerder gebruikt bij de esthetische opvoering door Royaards (1920). In vergelijking daarmee is deze Electra "van een felle, verscheurende bezetenheid, bloed, wraak en scheefgegroeide liefde" 1 , zoals volgens Ter Braak 2 Sophokles' tragedie bedoeld is, want zo was de aard van de oude Grieken.

 

t59-4

"Charlotte Köhler heeft ons een zeldzaam grote creatie gegeven: zij heeft geen ogenblik Elektra gespeeld, zij was Elektra ... zij was schokkend en soms gruwzaam, dan weer hard en wreed en wrang, om in felle schamperheid over te slaan of, als verslagen door de zwaarte van haar leed, neer te zinken als een hoopje zielige ellende. Maar zelfs dan was zij nog groot in die verslagenheid" 3

 

"De handeling speelt zich af in de voorhof van het paleis van Agamemnon, de koning van Mycene, die bij zijn terugkeer uit de Trojaanse oorlog door zijn vrouw Klytaimestra (gespeeld door Mien Duynmaer van Twist), en haar minnaar Aigisthos (Van Dalsum) vermoord werd. Elektra, Agamemnon's dochter, wist haar jonger broertje Orestes (Frits van Dijk) te redden en liet het in de vreemde opvoeden; intussen wacht zij vol eindeloze haat jegens haar moeder en Aigisthos op het ogenblik dat Orestes terug zal keren om de dood van zijn vader te wreken. Immers dan eerst zal, volgens de godsdienstige opvattingen van de Grieken, de schim van haar vader rust in het graf kunnen vinden. Als de tragedie inzet, verschijnt Orestes met zijn vriend Pylades (Jan de Hartog) en de oude opvoeder (Paul Huf), die aan Klytaimestra om haar aandacht af te leiden, gaat berichten dat haar zoon bij de wagenrennen is omgekomen. Elektra is de rampzalige getuige van deze tijding en tracht daarop haar zuster (Nell Knoop) te overreden om samen haar moeder en Aigisthos te doden. Wanneer haar zuster het plan onuitvoerbaar acht, ziet Elektra in het geheel geen uitweg meer, maar dan verschijnt Orestes en maakt zich kenbaar. De ontknoping nadert snel. De mannen gaan het paleis binnen, de moord op Klytaimestra wordt voltrokken. Ten slotte wordt ook Aigisthos in de val gelokt en gedwongen zijn straf te ondergaan. Telkens geeft de Rei, bestaande uit aanzienlijke Myceense vrouwen, vriendinnen van Elektra, haar reflecterende opmerkingen." 4

 

t59-5

Van Dalsum als Aigisthos bij het lijk van Klytaimestra te midden van het koor (de reien), in het door hemzelf ontworpen decor. "... met zijn Bacchuskop, zijn wreedaardig grijnzende mond zo ongeveer de klassieke boeman uit de kindersprookjes. Een geweldenaar, in wie al wat slecht is culmineert, en voor wie men huiverend terugdeinst" 5

 

Regisseur Defresne: "Bij de opbouw van de uitvoering ben ik uitgegaan van de dramatische compositie van het stuk. De reien vervullen daarin een geheel onpersoonlijke rol. Zij treden niet handelend op, doch dragen een beschouwend karakter, dat ... de hartstochten van de hoofdfiguren veeleer afdempt dan aanvuurt. Een mysterieuze, algemeen-menselijke stem. Naar bekend, stond bij de antieke Griekse tragedie het koor 'rug zaal' vóór de spelers opgesteld, die zich bewogen op een vierkante verhevenheid. Ik laat het dramatisch gebeuren zich afspelen op een hoog ovaal podium, dat in de 'orchestra', de koor-ruimte, vooruitspringt, zodat de opstelling van het koor, op een lager plan, meer aan weerszijden van dit podium wordt gevonden. Na een tafereel vol actie klinken de beschouwende stemmen uit de diepte op". 6

 

Naar dit gegeven ontwerpt Van Dalsum het decor: "Een reconstructie van het antieke theater is natuurlijk onmogelijk, maar het door Van Dalsum ontworpen decor bevredigde in ieder opzicht. De handeling speelt zich af op een hoog, ovaal podium, omringd door een schuin aflopende baan. In het midden van de achtergrond bevindt zich de zware koperen toegangsdeur tot het paleis. Aan weerszijden verheffen zich enorme zuilen, door brede trappen met het voortoneel verbonden. Het geheel is grauw en somber van toon. Tussen deze hoge muren hangt een onheilspellende sfeer". 5

 

  1. Sterneberg 1977.
  2. Het Vaderland 28 mei 1935.
  3. Uyldert, Alg. Handelsblad 6 mei 1935; foto Verenigde Fotobureaux.
  4. Limburgs Dagblad 27 juli 1936.
  5. Brugmans, Nieuwsblad van het Noorden 25 mei 1935.
  6. Alg. Handelsblad 28 april 1935.
  Terug