Macbeth van Shakespeare begint met drie heksen bij donder en bliksem op de heide (vertaling Burgersdijk):

 

Wanneer ‘t volgend samenzijn
Bij regen, storm of weerlichtsschijn?
Als het vechten is gedaan,
Dood gebracht en dood doorstaan.
Dat is voor ‘t zonsondergaan.
Waar?
De woeste heide is goed.
Samen daar Macbeth ontmoet!
GrauwMietje, ik kom.
Padde roept.
Terstond.
Goed is kwaad en kwaad is goed
Voort! Door damp en mist gespoed!

 

De toon is gezet: Goed is kwaad en kwaad is goed. Damp en mist verduisteren het geweten. Bij de volgende ontmoeting op de heide, als het vechten is gedaan (de generaals Macbeth en Banquo zijn terug van een veldslag), voorspellen ze Macbeth dat hij koning zal worden. Aangezet door zijn infame vrouw Lady Macbeth moordt hij zich naar de troon. Voor het verdere verloop, zie  ► 

 

t65

Van Dalsum's decorontwerp voor de scènes op de heide. Foto Kahle, collectie SvD

 

"In deze opvoering viel vooral de nadruk op het prachtige tweede bedrijf dat zowel door het magnifieke burchtdecor (van Van Dalsum) als door de bereikte sfeer ongemeen boeide."  In dit bedrijf vermoordt Macbeth koning D

 

t66

Decorontwerp voor de burchtscènes. Foto A. Dingjan

 

"De opvoering schonk ons twee nieuwe grote rollen: van Albert van Dalsum en Charlotte Köhler. Van Dalsums Macbeth was werkelijk volkomen de man van dit drama; men zag hem groeien uit zijn aanvankelijke aarzeling tot de volledige aanvaarding van het noodlot; de moord op zijn mededinger Banquo brengt het keerpunt. Vooral in de grote burchtscène van de laatste acte was deze Macbeth voortreffelijk. Daarnaast kan men van Charlotte Köhler als Lady Macbeth evenmin anders dan het allerbeste zeggen. De broeiende atmosfeer van de moord op koning Duncan, waarin zij het actieve, ophitsende element is, werd vooral dank zij haar spel prachtig gerealiseerd; de waanzinscène had niet beter gekund. Ik bewonder ook bijzonder haar samenspel met Van Dalsum in de tafelscène (de geestverschijning van Banquo, door Defresne m.i. zeer terecht niet als een „gematerialiseerd" spook, maar door een lege stoel voorgesteld). Om deze beide rollen alleen al is deze interpretatie een belangrijk feit in het seizoen."

 

t67

Van Dalsum als Macbeth. Foto W. van der Randen

 

"Zo dacht het toneellievend Den Haag er blijkbaar ook over, want de schouwburg was tot de nok toe vol. Langdurige toejuichingen riepen de spelers herhaaldelijk terug."  

 

(Citaten uit de kritiek van Menno ter Braak in Het Vaderland)

  Terug