Nederland is door de Duitsers bezet. Met wie anders dan Vondel, onze nationale trots, kan het toneel troost en hoop bieden? Van Dalsum heeft geen gezelschap en schouwburg, maar maakt van de nood een deugd. Amsterdam geeft toestemming en subsidie om Adam in ballingschap vier maal op te voeren in Vondel's eigen park, dat bij Het Melkhuisje wordt ingericht als de paradijstuin.

 

oorlogstijd_t74

Carel Briels en Van Dalsum (2de en 3de links) in bespreking met de hoofdopzichter van het Vondelpark Jansma. Achter hen de tribunes in aanbouw. Foto Polygoon.

 

Van Dalsum regisseert en speelt Lucifer. Naast een ijzersterke bezetting met Jan Musch, Louis van Gasteren, Johan Schmitz en Willy Haak spelen leerlingen mee van het toneellyceum, een toneelschool voor de jeugd onder leiding van Carel Briels.

 

oorlogstijd_t75

Links Van Dalsum en Carel Briels overleggen; foto Pax-Holland. Rechts leerlingen van het toneellyceum dansen de engelen op muziek van Jo Juda. Choreografie Do van Dalsum, dansleiding Beatrix Léoni. Foto in Hunnigher 1949.

 

Het succes is overweldigend: "Deze tijd van ernst heeft de tonelisten en de mensen weer tot de grote kunst teruggebracht. Alle plaatsen waren in het bekorend parkhoekje bezet en er moesten nog banken bijgezet worden om de honderden een plaatsje te bezorgen. ...  In ademloze spanning is dit drama afgespeeld naar het onomkoombare einde van Gods straf: de verbanning uit het Paradijs na den zondeval. ... Willy Haak en Johan Schmitz hebben de eerste mensen in hun geluk en hun rampspoed gebeeld en het was waarlijk goed! Dramatiek! Maar óók vers! En dit vers is prachtig gezegd door Willy Haak, door van Dalsum, door Louis van Gasteren, door Frits van Dijk, door Jan Musch bovenal, bijgestaan door Paul Storm, Carel Briels, Nell Knoop, Hans van Meerten, Sara Heyblom e.a. Dit was een heel bijzondere vertoning omdat onze grootste tonelisten, onze beste Vondelspelers en Vondelzeggers onder een sterke regie samen waren gekomen en een machtig kunstwerk herschiepen tot een wonder van dichter-dramatiek. ...  
De wonder-tere, bloesemend-dichterlijke bewogenheid van Willy Haak in haar geluksdroom van het Paradijs wanneer zij onder geleide van Gods engelen zich de maan verbeeldt die het licht van de zon, van Adam ontvangt.  ... Een tweede hoogtepunt van dit spel was de samenspanning van de hellevorsten: Lucifer (van Dalsum), Asmodee (Louis van Gasteren) en Belial (Jan Musch). Musch was de wondere taalboetseerder in wiens woord zich de dramatiek geheel en al voltrok.
Een derde hoogtepunt: de verleiding onder de wel wat al te zielige appelboom. Zo juist had Adam zijn bruid geloofd als de moeder van aartsvaders en profeten en diezelfde toon neemt de sluwe Belial over om gehoor bij Eva te vinden: „geluk o bruid, aanstaande moeder der eeuwen". Dit samenspel tussen Jan Musch en Willy Haak is een machtig onderdeel van een groot geheel, dat door de sombere, vertwijfelende uitbanning uit het Paradijs besloten werd.
ledere schoonheidminnende, iedere toneelliefhebber, alle Vondelvereerders moeten deze vertoning gaan zien! Haar bijwonen is deel hebben aan het allerbeste van ons vaderlandse toneel" (L v. d. Broeke in de Tijd 19 aug. '40).

 

oorlogstijd_t76

Ook in het Nijmeegse Goffertpark is het succes enorm. Van Dalsum als Lucifer. Foto W.v.d. Randen.

 

  Terug