Van Dalsum richt met Paul Storm Studio op, die eind oktober 1940 opent met Het huis der gebroken harten van G. B. Shaw. Paul Storm ging samen met Do van Dalsum bij Van Dalsum aan het toneel in De driestuiversopera (1929), kreeg allengs meer rollen en regisseerde ook een enkele keer. Omdat hij op de toneelschool van Jacques Copeau in Parijs is opgeleid, is het plan dat hij stukken van Molière gaat regisseren.

 

oorlogstijd_t77

Paul Storm van 's Gravesande. Foto Hanna Eikan, collectie SvD

 

Studio gaat van start met Loudi Nijhoff, Mary Smithuysen, Marie van Westerhoven, Tatia Wijma, Ben Groenier, Constant van Kerckhoven, Jo Sternheim en Ferd. Sterneberg. Omdat de Duitsers 's avonds totale verduistering verordonneren, laat Studio op verzoek theaterbezoekers op straat begeleiden.

 

oorlogstijd_t78

Het muzieklyceum in Amsterdam-zuid, beter bekend als het Minerva Paviljoen. Rechts het interieur van de kleine zaal met 150 zitplaatsen.

 

Studio bespeelt de kleine zaal van het muzieklyceum. Het podium wordt iets naar voren uitgebouwd, maar is zo smal, dat een kamerscherm als voordoek dient. Van Dalsum, die de decors ontwerpt, moet woekeren met de ruimte. Hij gebruikt de boogvormige bouw van het zaaltje, zodat volgens de aanwijzingen van Shaw, het huis van kapitein Shotover op een kajuit lijkt. "Het decor, waarin Shaw's Huis der Gebroken Harten gespeeld wordt, bestaat slechts uit een achterwand met zijschotten, en deze achterwand bevindt zich op nog geen meter afstand van de achtermuur van de zaal, zodat de spelers 'achter' het toneel slechts een gangetje vinden van nog geen meter breedte, waardoor zij zich kunnen bewegen. Wanneer er twee tegelijk op moeten komen of de een op moet terwijl de ander af gaat, kunnen zij elkaar ternauwernood passeren" (Het Volk, 1 nov. 1940).

 

oorlogstijd_t79

Tatia Wijma als Elly Dunn, Marie van Westerhoven en Van Dalsum als kapitein Shotover. Uniefoto

 

Met huize Shotover en zijn zelfgenoegzame bewoners symboliseert Shaw het gemakzuchtige 'beschaafde'  Engeland, dat (in zeemanstermen) recht op de Eerste Wereldoorlog afstevende wegens een gebrek aan navigatie van de stuurlui. Shotover, die graag een borreltje lust, zegt: elke dronken zeeman vertrouwt op de voorzienigheid, maar de voorzienigheid stuurt dronken schippers soms ook op de rotsen. Shaw verpakte de ellende van WO I in satire en Van Dalsum maakt er in WO II levend theater van: "Van Dalsums regie werkte  tragie-komisch en naderde hier en daar een klucht" (Uyldert, Handelsblad 27 okt. '40). "Je rook de zeewind aan deze oude zeerob met zijn markante, verweerde kop en zijn - zo geestig gespeelde - zonderlinge grilligheid" (Schuil, Haarlems Dagblad 30 okt '40).

 

  Terug