In 1963 huurden de Van Dalsums voor hun zomervakantie een huisje in Eenigenburg, een gehucht onder Schagen, iets ten oosten van Groet, waar Van Dalsum in de jaren twintig en dertig vaak schilderde en optrok met zijn vrienden. Tijdens die vakantie staat in Eenigenburg het stolpboerderijtje van de bakker te koop. Tot nu toe had hij nooit geld om een huis te kopen. Hij had in 1930 een grote schuld van het Oost-Nederlands toneel overgehouden en tussen de beide wereldoorlogen was er nauwelijks pensioen geregeld. Maar nu besluit hij dat stolpje te kopen, in Eenigenburg te gaan wonen en afscheid van het toneel te nemen met Koning Lear om zijn verdere leven aan het schilderen te wijden.

 

schilder_t214

De witgekalkte voorkant van het stolpboerderijtje met in het midden het winkeltje van de bakker, rechtsboven de oorspronkelijke deur naar de hooizolder en links het erf.

 

Ik ben juist in de kop van Noord-Holland gaan wonen, omdat het landschap me aanspreekt. De natuur is er onburgerlijk, het is er bonkeriger en ruiger dan overal elders. Je kunt er eindeloos ver kijken en dan zie je alleen de puntdaken van boerderijen als pyramides in de eenzaamheid staan. Door de relatie met het immense land eromheen lijken ze op grote bouwwerken van mensen, die hun leven lang tegen de natuur geworsteld hebben. Ik voelde me er vanaf de eerste dag thuis, maar ik moet wel een auto hebben om weg te kunnen vluchten. Die boerderij heb ik niet gekocht als een burcht om me op te sluiten. Ik heb alleen meer behoefte aan stilte dan vroeger.

 

schilder_t215

De West-Friese zeedijk in de buurt van Eenigenburg. Op de achtergrond een stolpboerderij, die als een piramide uit het landschap steekt. Foto uit In de ban van de dijk van J.J.Schilstra, Hoorn 1975

 

Eenigenburg is een klein boerendorpje waar één weggetje doorheen loopt. Het ligt midden in de weilanden aan de voet van de eeuwenoude West-Friese zeedijk, die naar men zegt door monniken werd opgeworpen. Aan die dijk liggen de wielen. Kleine ronde  plassen, ontstaan door dijkdoorbraken. Nu is de dijk een dromer. De waker is de Hondsbossche zeewering. 's Ochtends in de zomer is het landschap zilverachtig, met verstilde vaarten en vredig grazende schapen. Soms schuift er plotseling een laaghangende mist vanuit zee over de weilanden, waar de ruggen van de koeien nog net boven uitsteken, die Van Dalsum 'de zeewolf' noemt. In het najaar is de weg bezaaid met modder als de rode en witte kool van het land wordt gehaald. Dan kan het er soms stormen met een geluid alsof de daken door de zee overspoeld worden.

 

schilder_t216

Van Dalsum in zijn atelier op de hooizolder, net na de verhuizing.

 

Het 17de eeuwse boerderijtje is in een primitieve staat. De mestgoot van de koeien ligt nog in de gang. Het rieten dak is aan de binnenkant niet afgeschot. De wind tocht er doorheen. Een bevriende binnenhuishuisarchitect maakt een nieuw ontwerp, dat door de plaatselijke aannemer wordt uitgevoerd. Er komt centrale verwarming in. De grote stenen bakkersoven wordt uit het vierkant gesloopt (het vierkant is de ruimte binnen de vier houten staanders waar het dak op rust). In de 'ovenkamer' komt een trap naar de hooizolder, die het schildersatelier van Van Dalsum wordt. In het dak komt een atelierraam. In de bedstee in de slaapkamer komt een wasbak. Zo primitief als het is, zo gelukkig zijn ze daar. Do van Dalsum richt de kleine winkeletalage van de bakker in als expositieruimte, waar ze bloeiende kamerplanten en de schilderijen van haar man uitstalt. Het huis heeft een tuin aan de voet van een oude terp, die 'Het hoog' heet. Het 17de eeuwse landarbeidershuisje dat daarop staat kopen ze er later van de hervormde kerk bij voor de gasten.

 

schilder_t217

Van Dalsum in de huiskamer. Hij zit in een van de twee Chippendale fauteuils, bijgenaamd 'de bakbeesten', die hij per ongeluk op een veiling had gekocht, omdat hij te laat zijn hand opstak. Tegen de wand linksboven zijn zelfportret (zie 1939).

 

Op Het Hoog woont Bertus van Schooneveld met zijn vrouw Lauwtje. Van Dalsum kan het goed vinden met de oude zeeman en schildert hem een paar keer.

 

schilder_t217b

Bertus van Schooneveld, olieverf, Eenigenburg

 

Hij haalt zijn sigaartjes bij het café, bloemen om te schilderen bij het bloemenvrouwtje en gaat zondags gaat naar de R.K. kerk in Tuitjehorn. Hij leeft onopvallend en zonder enige pretentie tussen de mensen. Buurvrouw Nottelman: "een fijne buurman, niks in- en uitlopen, maar heel goeie buren". Ze zijn geliefd bij de buurtbewoners. Do van Dalsum staat altijd klaar ze te ontvangen. In de hele omtrek weet iedere automobilist, dat hij even aan de kant moet als zij er op de fiets aankomt, want ze is altijd in gedachte. Als het hard waait gaat ze met de wind mee en dan wordt ze overal vandaan weer teruggebracht. Klaas, de zoon van de oude Bertus, komt vaak even aan. Hij verzamelt alles over Eenigenburg en dus ook over Van Dalsum. Later ontstaat uit zijn nalatenschap het museumpje Surmerhuizen in Eenigenburg, dat een kleine collectie schilderijen van Van Dalsum bezit.

 

schilder_t218

De Surmerhuizerweg met nummer 19, het huis van Van Dalsum. Foto SvD

 

  Terug