Van Dalsum regisseert voor zijn jubileum De moord in de kathedraal en speelt zelf de hoofdrol. Minister-president Drees is namens de regering bij de première in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Later wonen prinses Wilhelmina en koningin Juliana de voorstelling bij. Overal in het land wordt Van Dalsum hij na afloop enthousiast gehuldigd en hij wordt geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Een moord in de kathedraal, decor Vesseur, foto Maria Austria
Nobelprijswinnaar Thomas Eliot schreef het stuk voor een Canterbury festival, omdat aartsbisschop Thomas à Becket in de 12e eeuw op last van Koning Henry II vermoord werd in de kathedraal van Canterbury.
"Het stuk beantwoordt aan wat karakteristiek is voor Van Dalsum als regisseur en acteur en wat als een rode draad door zijn werk loopt. Zijn religieus besef vond uitdrukking in de figuur van de aartsbisschop van Canterbury, die als kanselier van Hendrik II van Engeland door deze tot Aartsbisschop wordt benoemd, maar dan de kanseliershoed aan de kapstok hangt, zich aan God en de kerk wijdt en zich tegenover de koning stelt als deze de zelfstandigheid van de kerk aantast in zaken van bestuur, wetgeving en rechtspraak. (Thomas Becket week uit, keerde zeven jaar later naar Canterbury terug en werd op aanstichten van de koning door vier ridders in het priesterkoor van de kathedraal vermoord.) Van Dalsum heeft altijd in zijn werk de chroniqueur van zijn tijd willen zijn. Een chroniqueur die er niet voor is teruggeschrokken stelling te nemen en zo nodig aan te klagen, zoals in die onvergetelijke voorstelling van Lagerkvists De beul in 1935. Het conflict dat Thomas Becket met zichzelf heeft uit te vechten is dat tussen gehoorzaamheid aan de koning en aan God. En zijn de verzoekingen waarmee Thomas Becket wordt bezocht niet verbijsterend actueel, nu zich in de wereld een totalitair-materialistische levenshouding heeft gemanifesteerd en gesteld tegenover een totalitair-Christelijke? De vier verzoekingen beelden de stadia van de innerlijke strijd van Thomas Becket uit: tegen de hoveling in hem; tegen de wereldlijke macht, die hem zal toevallen als hij weer kanselier wordt; tegen de samenzweerder in hem, die de koning wil onttronen, en tegen zijn religieuze hoogmoed, die de martelaarskroon begeert. Is het een wonder dat Van Dalsum dit stuk voor zijn jubileum koos? Het is verbijsterend actueel en hij vond er in terug wat hem zijn leven lang bewogen heeft" (Woude 1954).
Van Dalsum als Thomas Becket
"De preek van Becket tijdens het intermezzo [tussen de twee delen van het stuk] sprak Van Dalsum uit met een innigheid, welke een aanwijzing mag zijn, met de reeds bereikte versobering van zijn regie, dat deze meester van het toneel zich meer en meer gaat verinnerlijken" (Ben Stroman, Algemeen Handelsblad 31 okt. 1949).
Audiofragment van de preek van Becket
Na een langdurig applaus komt Van Dalsum aan de arm van Jacqueline Royaards-Sandberg het toneel op voor de huldiging. Schouwburgdirecteur Bendien leest een telegram van Wilhelmina voor en wethouder De Roos bedankt hem "die zóveel gaf en zó weinig nam" namens de stad Amsterdam, die hem eert met de zelden verleende zilveren stadspenning.
Links, met zijn oude schoolvriend de acteur Cor Ruys (zie 1901). Achter hem lacht Do van Dalsum om de toespraak van Ruys. Rechts, Van Dalsum wordt onderscheiden door wethouder De Roos. Foto Particam, collectie SvD
Mr. B. van Schaik, voorzitter van het stichtingsbestuur van het ATG en 31 jaar bevriend, speecht dat Van Dalsum een zachtmoedige leeuw is, maar koppig als een woudezel als het om zijn kunst gaat. Louis Saalborn (acteur en schilder) prijst hem als schilder en voor Defresne is het, na hun 20jarige samenwerking, alsof hij zijn eigen feest viert. Hij vergelijkt Van Dalsum's Koning Lear met die van de beroemde acteur Engelse acteur John Gielgud: "hij beeldde hem uit, jij was hem." In een geestig betoog haalde Sternheim, die sinds zijn jongensjaren met Van Dalsum bevriend was, jeugdherinneringen op, waarna hij zijn socialistische overtuiging naast de katholieke van de jubilaris stelde en, ten overstaan van een schaterende zaal en een geamuseerd monkelende minister-president zei: Ik weet niet hoelang andere Rooms-rode coalities het uithouden, maar de ònze was tegen vele jaren opgewassen. En tegen vele problemen. Want, vervolgde spreker, je schèpt moeilijkheden en je heft ze met evenveel gemak op, je bent soms de ergste autocraat die ik ken, maar ook de beste democraat. Ik gaf je 50 jaar van mijn leven - jij gaf me er een diepe levensvervulling voor terug. ... Telegrammen van Charlotte Köhler, Eduard Verkade, Ko Arnoldi, dr. Hunninger, Herman Bouber, Willy Haak, Hans Carpentier Alting en anderen werden daarna voorgelezen. Arnold Juda overhandigde een door hem aan de jubilaris opgedragen compositie, Willy Pos sprak namens de toneelschool, Ferd. Sterneberg en Cor Hermus feliciteerden ... Van Dalsum had voor iedere spreker een persoonlijk woord van dank. Bij Sternheim: Hij kookte zó goed, toen we jong waren en ook later heeft hij altijd het nare werk moeten opknappen. ... Bij Hermus: Jouw prachtige mengelingen van humor en tragiek. En bij Cor Ruys: Ik ga altijd naar hem kijken en dan val ik van mijn stoel van het lachen en dan denk ik: dat is er óók en wat is dat allemaal knap en vreselijk vèr van me. "
Van Dalsum wordt in de Stadsschouwburg door studenten op de schouders genomen.
"Terwijl buiten de menigte juichte, werd de jubilaris ten slotte in een draagstoel (die eerst met een zwaarder wegend persoon bevracht, op sterkte was beproefd) van de Schouwburg gebracht naar het Lido, waar een geanimeerd nachtfeest, gevolgd door lustige kroegjool, honderden tot zéér vroeg bijeenhield. De Amsterdamse studenten droegen de stoel. Eigenlijk hadden de Amsterdamse critici dit moeten doen, dat ware een mooie, deemoedige demonstratie geweest jegens een jubilaris van déze betekenis. Ik voor mij, had graag meegetild" (citaten uit het verslag van Simon Carmiggelt in Het Parool).
In het Lido met de Amerikaanse jazzzangeres June Richmond, die hem heeft toegezongen. Achter haar Rob de Vries. Foto Particam, collectie SvD
|