Van Dalsum debuteert bij Het Tooneel van Willem Royaards, leert de basis van het acteursvak en speelt Vondel. Hij komt in aanraking met het socialisme, trouwt en moet rust houden wegens TBC en begint te schilderen. Hij verlaat Het Tooneel, omdat hij grotere rollen wil en Royaards te dicterend vindt.
Van Dalsum maakt zich los van zijn milieu. Na het grauwe kantoorleven bij het spoor is de artistieke inwijding bij Willem Royaards een feestelijke bevrijding. Albert vindt in hem veel terug van zichzelf. Royaards is een fascinerende persoonlijkheid, hij is intens en onconventioneel, hij heeft visie, hij zet alles opzij voor zijn kunst en eist dat van zijn acteurs ook. Behalve de kneepjes van vak en het reilen en zijlen van een toneelgezelschap, leert Albert veel van hem dat hij later zelf toepast: de liefde voor Vondel, de nadruk op kleur en ritme waarmee Royaards verzen zegt en het integreren van andere kunstvormen met het toneel. Royaards betrekt muzikanten, beeldend kunstenaars en architecten bij zijn voorstellingen. Een halve eeuw later zegt hij over Royaards: Een bezeten regisseur, een taalperfectionist en een bijzonder toneelspeler, soms heel bijzonder. Een groot man. Een grote individuele levenshouding. Een verzet tegen het burgerlijke. Het was onmaatschappelijk, roekeloos leven. Het was levensbesef dat samenvloeide in het begrip 'schoonheid'.
1909, 20 jaar. Auditie bij Willem Royaards, debuut bij Het Tooneel, Jo Sternheim, socialisme, declamator
Royaards draagt Multatuli voor in het Paleis voor Volksvlijt
Hij gaat met zijn introductie naar Royaards. De meester ontvangt hem op een zeer ongebruikelijke manier en leest hem uren de les. Maar Albert mag bij Het Tooneel. Hij neemt ontslag bij het spoor. Zijn eerste rol is een engel.
Auditie en debuut bij Royaards
Ook Jo Sternheim debuteert bij Royaards. Door Sternheim komt Van Dalsum in aanraking met het socialisme. Ze raken bevriend, gaan samenwonen en worden later compagnons.
"Hij gaat op in zijn werk en dweept met zijn leider, die hij als een halfgod vereert en in zijn aanwijzingen blindelings volgt" (Kramer 1925). Dat is maar goed ook, want Royaards heeft wel een groot hart voor aankomende acteurtjes, maar hij is niet mals als ze er een potje van maken.
Royaards als regisseur: Gaat u heen, Mijnheer van Figurant
"Daar hij een jong en vurig Vondelvereerder is, zeggen de meeste kameraden van ‘t gezelschap onder elkaar: ,,Dal is voor modern werk ongeschikt”. Maar enige tijd later speelt hij ,,Goulard” in ,,Mercadet” [van H. de Balzac] en geeft al dadelijk bewijzen van kunnen" (ibid.). Verdienen doet hij er nog nauwelijks mee. Daarom verhuurt hij zich in navolging van zijn leermeester als declamator met een indrukwekkend voordracht-repertoire voor alle smaken.
1910, 21 jaar. Huwelijk
Bob en Albert, verbonden in hun jeugd
1911, 22 jaar. De opstandelingen, hoofdrol in Adam in Ballingschap, TBC, begint te schilderen, Der Blaue Reiter, tentoonstelling Moderne Kunstkring De socialistische schrijfster Henriëtte Roland Holst vraagt hem voor haar stuk De opstandelingen. Spelers en publiek zijn socialistische geestverwanten. De opvoering, die de strijd van het proletariaat tegen de tsaar (Russische revolutie 1905) tot onderwerp heeft, is een ingrijpende ervaring voor de jonge Van Dalsum.
Speelt Adam in de openlucht voorstelling van Adam in Ballingschap naast Royaards echtgenote Jacqueline Royaards-Sandberg.
Van Dalsum raakt door tuberculose acht maanden uit de running. Hij gebruikt deze tijd om te tekenenen begint voor het eerst te schilderen.
Aan de opkomst van het expressionistisch toneel gaat de expresssionistische schilderkunst vooraf. In Berlijn richten Wassily Kandinsky en Franz Marc Der Blaue Reiter op, een club expressionistische schilders met Paul Klee, August Macke en Heinrich Campendonck, die later aan de Rijksacademie in Amsterdam les geeft. De moderne kunstkring exposeert in het Stedelijk Museum in Amsterdam voor het eerst schilderijen van buitenlandse en Nederlandse kubisten, fauvisten en expressionisten. In 1912 en 1913 volgen er nog twee. Ongetwijfeld ziet hij die en wordt hij geïnspireerd door het werk van o.a. Braque, Cezanne, Derain, Van Dongen, Le Fauconnier, Gestel, Mondriaan, Picasso, Sluijters en De Vlaminck. . 1912, 23 jaar. Eerste keer in de Gijsbreght
1913, 24 jaar. Gijsbreght, Oidipous
Ik moet bloed Nell. Een anecdote over Royaards als Oidipous
1914, 25 jaar. Laatste seizoen bij Het Tooneel van Willem Royaards |